Zuthas mede-operator
Geregistreerd op: 17 Nov 2009 Berichten: 2 Woonplaats: Balen
|
Geplaatst: 17-11-2009 22:18:27 Onderwerp: Stek kiezen ! |
|
|
Stek uitkiezen
Wat voor water je uiteindelijk ook uitkiest, de volgende en veel lastiger stap is het bepalen van een gunstige stek. In het algemeen is het gunstig als de karper ook daadwerkelijk waargenomen kan worden, dan zit je in ieder geval dicht bij de vis. Doordat de vis met name in de nacht flinke afstanden kan zwemmen, kan op stekken waar je overdag nooit iets ziet, 's-nachts prima gevangen worden.
Observatie
Zeker op niet al te diep water zal de karper zijn aanwezigheid soms aan ons verraden. Mits we goed opletten!
Vooral in het voorjaar (m.n. april/mei) lukt dat vaak goed.
Waar kunnen we zoal op letten?
1. Bellenblazer of borrelaars :
Karpers die in de bodem wroeten, laten daarbij vaak een bellenspoor achter. Karper is te herkennen aan relatief grote bruisplekken met zowel kleine als grote bellen. Soms blijft de karper behoorlijk lang op een plek rondhangen.
2. Kolken, golven en V-sporen op het wateroppervlak:
Ook de wind maakt V-sporen, maar die zijn veel minder vet en ogen nerveuzer. In de golven verraad een karper zich soms ook middels een kolk. In dat geval is dat te zien aan een soort plat stuk in een verder regelmatige kabbel.
3. Springende karper:
Vaak de enige manier om karper op groot en diep water op het spoor te komen.
7. Truc van het verdwenen voer:
Als observeren met het oog niet lukt kan voeren en de volgende dag inspecteren (desnoods met snorkel) of het voer is verdwenen, een aanwijzing voor de aanwezigheid van karper zijn. Gebruik boilies.
Indien het met behulp van de observatie is gelukt om een stek met karper te vinden kan er worden begonnen met vissen.
Over de technieken van het vissen op karper zijn vele goede boeken geschreven.
Wel raad ik aan om met name op bellenblazers en andere karpers die direct hun aanwezigheid verraden, actief te vissen, en het vissen met zelfhaaksystemen toe te passen in situaties waar de karper niet direct is gesignaleerd of op plaatsen waar een meerdaagse voerplek is aangelegd.
Overige stekken / holding area's/ nachtvissen
Indien het niet is gelukt om de karper visueel op te sporen, is het bij de stekkeuze mogelijk zich te laten leiden door de volgende zaken :
1. Kies plantenbedden (waterlelies of gele plompen zijn goed) of obstakels (omgevallen bomen, dukdalven, woonboten, oude fietsen etc.). Denk wel aan de sterkte van het materiaal en ga desnoods op enige afstand van de obstakels zitten zodat er een redelijke kans is een gehaakte vis te landen.
2. Plaatsen waar de diepte verloopt, onderwatertaluds. In de zomer is een talud wat van 1.5 naar 4 meter diepte verloopt (mits niet te steil) een goede keuze.
3. Plaatsen waar mosselbanken liggen (soms in combinatie met taluds).
4. Plaatsen net uit de stroming (indien aanwezig).
5. Stijf langs (houten) beschoeiingen. Niet zelden zitten er tal van slakjes, algen e.d. op deze beschoeiingen en de karper gaat daar regelmatig naar op zoek. Het mooist is als er een meter of 2 water staat, maar minder kan ook. Vaak goede stek op kanalen en bij drukke scheepvaart zelfs de enige optie.
6. Ondieptes verder uit de kant (plateaus). Vooral als het in de omgeving juist heel diep is, is een relatief ondiep plateau een trekpleister voor karper.
7. Vaargeulen. Wellicht een beetje in tegenspraak met het langs de kant vissen, maar er zijn wateren waar de beste stekken doodgewoon in het midden liggen. Vooral op riviertjes en kanalen waar niet al te veel scheepvaart is, is dit een goede optie. Dit heeft ook te maken met het feit dat de karper daar veilig is en als het ware woont.
Peilen
Een werphengel en een stuk lood kunnen met wat ervaring worden ingezet als peilgereedschap en als 'sonar' om mosselbanken mee op te sporen.
De mosselbanken voel je via de hengeltop door tikken op het lood.
De diepte is te meten door te tellen vanaf het moment dat het lood het water raakt.
Bij een kaal stuk lood moet je uitgaan van ruim 1.5 meter per seconde.
Bij lood+boilie ligt dit op ongeveer 1 meter per seconde.
Natuurlijk kun je voor het in kaart brengen van het bodemverloop ook gebruik maken van een fishfinder. De aanschaf van zo'n duur apparaat is absoluut een aanvulling voor de jager op groot wild.
Holding area's
Ik noemde al het midden van een kanaal of rivier als verblijfplaats voor karper.
Dit zijn als het ware de plaatsen waar de karper verblijft als ze rusten (holding area's).
Pas in de schemering verlaten de vissen deze plaatsen en zwermen uit over de rest van het water op zoek naar voedsel.
Ook in plantenrijke zones, of langs begroeide oevers mag de karper graag overdag verblijven.
De mate waarin de karper er uitgesproken rust en foerageer gebieden op na houdt, hangt mede af van de hoeveelheid verstoring.
Is die gering, dan zal de karper niet specifiek naar een rustgebied keren als de dag vordert.
Vaak heeft de vis natuurlijk geen keus (klein water) en ook dan is er dus geen sprake van een holding area.
Het moge duidelijk zijn dat de holding area's goede stekken zijn, ook overdag. Deze stekken leveren op de dag soms meer aanbeten dan enig andere nachtstek langs hetzelfde water. Voor het ontdekken van holding area's op wat groter water is de fishfinder een uitkomst.
Ander nuttige info altijd welkom,
Grtz Brent. |
|